Afleiden
|
Gereedschap |
Gereedschappenset |
Sneltoets |
|
Afleiden
|
3D Modelleren |
Shift+L |
Gebruik het gereedschap Afleiden om 3D-loci, isoparametrische curven, oppervlakken of curven af te leiden van een volume of NURBS-oppervlak. Het oorspronkelijke object blijft ongewijzigd. De afgeleide objecten kunnen hierna gebruikt worden om naar te grijpen of om andere bewerkingen op uit te voeren.
|
Methode |
Omschrijving |
|
Vinkje
|
Klik op het vinkje om de operatie uit te voeren. |
|
3D-loci afleiden
|
Gebruik deze methode om 3D-loci af te leiden van de randen van een NURBS-oppervlak of volume. De 3D-loci worden aan het begin, aan het einde en in het midden van de geselecteerde randen geplaatst. Bij cirkelvormige randen wordt er eveneens een 3D-locus op het middelpunt van de cirkel gecreëerd. |
|
Curve afleiden
|
Gebruik deze methode om een NURBS-curve af te leiden van de rand van een volume. |
|
Isoparametrische curve afleiden
|
Gebruik deze methode om een isoparametrische curve van het oppervlak van een volume af te leiden. |
|
Oppervlak afleiden
|
Gebruik deze methode om een NURBS-curve af te leiden van het vlak van een volume. |
|
Instellingen
|
Klik op deze knop om parameters voor het selecteren van tangentiële elementen, vlakken of alle elementen in te stellen. Welke objecten afgeleid worden hangt af van de geselecteerde methode. Deze opties werken niet wanneer u de methode Isoparametrische curve afleiden gebruikt. |
Om objecten af te leiden van de rand of het oppervlak van een NURBS-oppervlak of volume:
Zet de tekening in het gewenste aanzicht. Activeer vervolgens het gereedschap en de methode.
Als u de methode Isoparametrische curve afleiden gebruikt, mag u verdergaan naar stap 4. Voor alle andere methodes klikt u op de knop Instellingen.
Het instellingenvenster wordt geopend. Geef hier de standaardwaarden op.
Klik om de velden te tonen/te verbergen.Klik om de velden te tonen/te verbergen.
|
Veld |
Omschrijving |
|
Selecteer tangentiële randen/vlakken |
Vink deze optie aan om in de methode 3D-loci afleiden of Curve afleiden loci of curven af te leiden van tangentieel rakende randen van het geselecteerde object. In de methode Oppervlak afleiden stelt deze optie u in staat om oppervlakken af te leiden van tangentieel rakende vlakken van het geselecteerde object. |
|
Selecteer vlakken |
Vink deze optie aan om in de methode 3D-loci afleiden of Curve afleiden loci of curven af te leiden van alle randen van de geselecteerde vlakken. |
|
Selecteer alles |
Vink deze optie aan om in de methode 3D-loci afleiden of Curve afleiden loci of curven af te leiden van alle randen van het geselecteerde object. In de methode Oppervlak afleiden stelt deze optie u in staat om oppervlakken af te leiden van alle vlakken van het geselecteerde object. |
|
Creëer ruimtelijke 2D-objecten |
Vink deze optie aan om 3D-objecten zonder hoogte te creëren bij het afleiden van vlakken. U kunt bijvoorbeeld een polylijn afleiden van een muurvlak en daarna een lijnarcering aan de polylijn toekennen om een bakstenen muur na te bootsen in een 3D-aanzicht.
Een andere manier om ruimtelijke 2D-objecten te creëren op basis van vlakken is met de methode D.m.v. opvulling van het gereedschap Polygoon. |
Selecteer de rand of het vlak waarvan u een object wenst af te leiden. U kunt meerdere randen en vlakken tegelijk selecteren door de shift-toets in te drukken tijdens het selecteren. Houd de alt-toets (Windows) of option-toets (Mac) ingedrukt om “onzichtbare” onder- of zijvlakken van volumes te selecteren.
Zie De randen en vlakken van een volume selecteren voor informatie over het selecteren van oppervlakken.
Druk op Enter of klik op Voltooi in de Methodebalk om de 3D-loci, curven of oppervlakken af te leiden.
Om afgeleide groepobjecten te degroeperen, selecteert u Bewerk > Degroepeer.
